Ondersteuning minderjarige en volwassen kinderen van ouders met een afhankelijkheidsprobleem

Heel wat kinderen groeien op met een vader of moeder die problematisch alcohol, drugs of medicatie gebruikt. Het afhankelijkheidsprobleem van de ouder heeft een zware impact op het gezin. Zowel minderjarige als volwassen kinderen van ouders met een afhankelijkheidsprobleem (KOAP) lijden er sterk onder. Ze zitten met allerlei vragen en hebben nood aan extra aandacht, ondersteuning en begeleiding.

Signaleer de problemen (zo vroeg mogelijk)

Opgroeien in een gezin met een ouder die afhankelijk of verslaafd is, is belastend voor de kinderen. Verschillende mensen in deze situaties reageren hier op verschillende manieren op. Ze kunnen allerlei (gedrags)signalen uitzenden die natuurlijk niet exclusief zijn voor KOAP.

Vooral de jonge kinderen zijn – ondanks de problemen thuis – zeer loyaal aan hun ouders en proberen zichzelf weg te cijferen en de zaken toe te dekken. Daardoor hebben ze het vaak moeilijk om hun problemen en emoties te verwoorden. Ze ontkennen vaak de ouderlijke verslaving en zullen niet snel hulp vragen. Escaleren de moeilijkheden thuis of is er een plotse gebeurtenis (opname in een ontwenningskliniek), dan kan het kind mogelijk in een crisissituatie terechtkomen.

Tijdens de (jong)volwassenheid, vormen eigen worstelingen en de bezorgdheid over eigen drinkgedrag vaak een aanleiding om stil te staan bij de verslaving van de ouder. De jongeren worden zich meer bewust van de realiteit en proberen om te gaan met hun herinneringen en ervaringen.

Als leerkracht, welzijnswerker of hulpverlener is het dus belangrijk om aandacht te spenderen aan signalen die kunnen wijzen op problemen, want jij bent het best geplaatst om gedragsveranderingen op te merken. Je kan dan extra aandacht en steun geven. Indien nodig kan je ook samen verdere hulp zoeken.

Mogelijke signalen zijn:

Lichamelijke gezondheid

Stress binnen het gezin kan zich ook vertalen in lichamelijke problemen. Terugkerende hoofdpijn en buikpijnklachten kunnen wijzen op psychosomatiek. Ook misselijkheid, eetproblemen en slaapproblemen kunnen uitingen van stress zijn.

Een labyrint van gevoelens

  • Negatieve gevoelens als hulpeloosheid, eenzaamheid, zenuwachtigheid, irritatie, …
  • Schuldgevoelens: KOAP geven zichzelf vaak de schuld voor de problemen thuis. (‘Omdat ik te weinig mijn best heb gedaan, is papa gaan drinken.') Ze zijn heel bezorgd om hun drinkende/gebruikende ouder, en/of om de andere gezinsleden. Ondanks de problemen zijn ze vaak heel loyaal naar hun ouders toe.
  • Weinig zelfvertrouwen: Dit is omdat ze van hun ouders weinig bevestiging krijgen in de dingen die ze doen. Ze leren door de situatie niet hun eigen behoeftes en gevoelens kennen, en leren geen grenzen stellen. Ook het vertrouwen in anderen is laag.
  • Angstgevoelens: KOAP hebben angst om hun ouder te verliezen of zijn bang voor het onvoorspelbare gedrag van de ouder.
  • Onbegrip: Rond alcoholproblemen hangt vaak een dubbele moraal. Bijna iedereen drinkt alcohol, maar bij problemen wordt er veel gemoraliseerd. Bij illegaledruggebruikers komt het aspect van illegaliteit en vaak ook de criminele aspecten van het gebruik er bovenop. Doordat alles voelen KOAP zich vaak niet begrepen door hun vrienden, ruimere omgeving en/of door de maatschappij in het algemeen.

Aangaan van relaties

  • Als gevolg van de parentificatie kunnen of willen KOAP geen hechte vriendschappen sluiten. KOAP vinden minder aansluiting met andere leeftijdsgenoten. Minderjarige KOAP voelen zich vaak niet thuis in de onbezorgde leefwereld van leeftijdsgenoten.
  • Bij het opgroeien ontdekken kinderen dat hun gezin toch erg verschillend is van dat van andere kinderen. Ze schamen zich voor hun thuissituatie. Ze gaan daardoor minder vriendjes uitnodigen en minder sociale contacten opbouwen.
  • Niet echt ‘kind kunnen zijn’. Ze voelen zich vaak extreem verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in het gezin.
  • KOAP hebben minder communicatieve vaardigheden.
  • Als (jong)volwassenen hebben ze grotere kans op relatieproblemen en trouwen vaker met een zorgbehoevende persoon.
  • Volwassen KOAP hebben het moeilijk om hun ouders los te laten. Ze voelen zich verantwoordelijk. Soms kan dit een (nieuwe) relatie in de weg staan.

Het gedrag van KOAP

  • KOAP gaan ook buiten het gezin de rol van de verantwoordelijke opnemen.
  • KOAP zijn vaak extreem gevoelig voor stemmingen van anderen. Ze leren al vroeg de signalen die anderen geven op te pikken en voor hen te zorgen. Daarbij cijferen ze zichzelf weg.
  • Agerend gedrag (wegloopgedrag, experimenteren met drugs en alcohol, spijbelen, …). Druk en agressief gedrag buitenshuis dient als bliksemafleider. Zo zorgen ze ervoor dat de aandacht naar hen verschuift, in plaats van naar de moeilijkheden in het gezin.

Op school

  • Schoolprestaties kunnen lijden onder de problemen thuis.
  • Kinderen nemen niet vaak deel aan buitenschoolse activiteiten.
  • Er is een voedingsbodem voor probleemgedrag zoals spijbelen en pesten.

Specifieke signalen van volwassen KOAP

  • Zorgen en angsten (rond eigen gebruik en erfelijkheid)
  • Over eigen grenzen gaan: KOAP hebben de neiging meer te geven dan dat ze krijgen. Doordat hun ouders worden opgeslorpt door hun eigen gebruik of het gebruik van hun partner, hebben ze geleerd om vooral te geven.
  • Identiteitsproblemen
  • Lage zelfwaarde en faalangst
  • Psychische en/of verslavingsproblemen
  • Niet kunnen genieten van eigen leven

Maak praten mogelijk

Het klinkt cliché, maar een luisterend oor bieden en KOAP het gevoel geven gehoor te vinden, kan al een wereld van verschil maken. Soms komen ze voor het eerst met hun verhaal naar buiten. Daarom is het van het grootste belang dat elk gesprek op een onvoorwaardelijke en onbevooroordeelde manier verloopt. Benadruk ook de vertrouwelijkheid. Veroordeel het gedrag van de drinkende/gebruikende ouder niet. Op die manier ervaart de persoon in kwestie (misschien voor het eerst) dat er wel degelijk over het onderwerp kan worden gepraat.

Het klinkt cliché, maar een luisterend oor bieden en KOAP het gevoel geven gehoor te vinden, kan al een wereld van verschil maken.

Probeer ook duidelijk aan te geven wat je kan doen. Maak geen loze beloftes. Stimuleer KOAP op een niet-dwingende manier tot 'praten over'. Wil hij of zij er nu nog niets over kwijt, zet dan de deur op een kier.

Vaak wordt er onterecht gedacht dat kinderen extra belast worden als er met hen over problemen van mama of papa wordt gepraat. Maar informerend en ondersteunend praten versterkt net de weerbaarheid van de kinderen. Als je in gesprek gaat met kinderen over de problematiek van hun ouders, is het in de eerste plaats van belang om hen veiligheid en vertrouwen te bieden. Je kan op verschillende manieren in gesprek gaan met een kind. Door af en toe te vragen hoe het gaat en eventueel ook door te vragen, geef je het kind de gelegenheid om zijn verhaal te doen.

Tips voor leerkrachten

Je kan de veerkracht van het kind versterken door minimaal aandacht te hebben voor het kind, zonder in de rol van hulpverlener of therapeut te stappen.

  • Bespreek het gedrag van het kind bij een plotse gedragsverandering of verandering van presteren. Het kind krijgt dan vroegtijdig steun.
  • Blijf het kind aandacht en (gedoseerd) steun bieden door te vragen hoe het met hem gaat.
  • Probeer contact met de ouders te houden, zodat je enigszins op de hoogte bent van de thuissituatie. Met deze informatie kan je gedrag of problemen beter plaatsen en waar nodig extra steun bieden
  • De school is een plaats waar het kind kind kan zijn. Een positieve school- en klassfeer verhoogt de veerkracht van het kind.
  • Schakel CLB in. Zij hebben een multidisciplinair team en vormen een belangrijke draaischijf voor contacten met externe hulpverlening.

Tips voor begeleiders en hulpverleners

  • Elke KOAP is uniek en betekent dat er geen algemene handleiding gehanteerd kan worden.
  • De hulpverlener sluit aan bij de leefwereld van de KOAP.
  • De hulpverlener neemt een warme en open houding aan zodat KOAP zich steeds welkom voelen
  • De hulpverlener respecteert het tempo van de cliënt. Sommige KOAP zullen direct met de deur in huis vallen, anderen zullen langzaam vanuit hun schelp komen.
  • De hulpverlener is alert voor het non-verbale gedrag van de cliënt. Dit kan veel informatie opleveren.
  • Bij vooral de jonge kinderen is het belangrijk dat ze hun gedacht/gevoel kunnen uiten. Nodig hen dus uit om te praten, zonder te forceren.
  • Informeer KOAP op hun niveau over alcohol en drugs, verslaving in het gezin. Een geïnformeerd kind kan de situatie beter inschatten.
  • Wat is zijn ervaring en houding tegenover middelen? Heeft hij al zelf middelen gebruikt?
  • Maak de thuissituatie bespreekbaar, rekening houdend met de loyaliteit van het kind ten aanzien van zijn ouders.
  • KOAP hebben dikwijls het gevoel dat ze alleen staan met hun probleem. Benadruk dat hij of zij zeker niet de enige is die een vader of moeder heeft die op een problematische manier met alcohol of drugs omgaat.
  • Stimuleer om steun te zoeken bij vertrouwensfiguren. Hou er rekening mee dat sommige jonge kinderen op weinig mensen beroep kunnen doen. Maak dit thema voorzichtig bespreekbaar.
  • KOAP zitten vaak vast in een labyrint van gevoelens en gedachten. Probeer die gevoelens te (h)erkennen en erover te spreken. Het is natuurlijk niet eenvoudig om in te schatten hoe een kind zich voelt. Veel kinderen hebben ook tegenstrijdige gevoelens. Enerzijds zijn ze kwaad op hun ouders, maar anderzijds blijven het hun ouders, die ze graag zien. Samen met het kind kan je gevoelens verkennen. De volgende vragen kunnen daarbij helpen: “Wanneer ben je verdrietig, boos, … en wat doe je dan?” of “Wanneer ben je nog boos geweest op je mama of papa?”

Geef info

Bij KOAP leven dikwijls heel wat misverstanden of denkfouten over alcohol/drugs en afhankelijkheid. Geef eenvoudige informatie over wat alcohol en/of ander drugs zijn, hoe het werkt, wat het met een mens doet en waarom het zo moeilijk is om te stoppen. Dat kan verhelderend zijn en inzicht geven in de situatie. Correcte informatie vermindert de schaamte- en schuldgevoelens over het drinken van moeder of vader. Tijdens individuele gesprekken of groepsgesprekken kan je informatie (mee)geven. In dit artikel vind je een overzicht van informatiekanalen voor en over KOAP, en waar ze terecht kunnen voor eventuele verdere begeleiding of therapie.

Help gevoelens en vragen kaderen

Omdat KOAP amper kansen hebben om met hun vragen, zorgen en problemen naar buiten te komen, is het cruciaal dat je er ruimte voor creëert. Onder woorden brengen van wat hen bezighoudt of dwarszit, lucht op. Dat helpt de verwarrende mix van gevoelens en twijfels in het juiste perspectief te plaatsen. In gesprek kan je KOAP doen inzien dat zij zelf geen schuld hebben aan het afhankelijheidsprobleem van de ouder. Wijs erop dat hij/zij niet alleen staat met dit soort problemen. En laat hem/haar inzien dat het niet realistisch is om alle zorgen van het gezin op de schouders te nemen. Jezelf compleet wegcijferen, houdt niemand vol.

Vaak is bij KOAP is de balans tussen geven en nemen uit evenwicht. KOAP hebben de neiging meer te geven dan dat ze krijgen. Door de problemen in het gezin krijgt het kind, of kreeg de volwassene als kind, te weinig de zorg die het nodig heeft of had.

Ook volwassenen blijven kinderen van hun ouders

Het is van belang om aandacht te hebben voor de noden en wensen van volwassen KOAP. De volwassen mens blijft ‘kind van’ en het gebruik van de ouder kan de (volwassen) kinderen blijven parten spelen. Voor heel wat volwassen KOAP is het moeilijk om zich niet verantwoordelijk te voelen voor wat er misgaat door het problematisch gebruik van hun vader en/of moeder. Doordat ze een eigen leven willen opbouwen, voelen ze zich schuldig dat ze er minder of niet meer zijn voor hun ouders. Ze hebben het gevoel dat ze de controle op hun leven verliezen. Ze voelen zich machteloos omdat ze het alcohol- en/of druggebruik van de verslaafde ouder niet kunnen beïnvloeden.

Ook zijn er nieuwe loyaliteiten. KOAP kunnen een partner hebben, en/of kinderen. Zij zien ook wat er aan de hand is en hebben ook een bepaalde manier om ermee om te gaan. Het (gedeeltelijk) loslaten van de ouder is bijna noodzakelijk voor KOAP om dat nieuwe leven een kans te geven.

Ook zijn er bepaalde vragen die op een volwassen leeftijd meer naar boven komen.

  • Heb ik meer kans om verslaafd te worden?
  • Mag ik het contact met mijn (gebruikende) ouder verbreken?
  • Ben ik een slechte zoon of dochter als ik het contact verbreek?
  • Wat vertel ik tegen mijn eigen kinderen over de verslaving van mijn ouder?
  • Hoe veilig zijn mijn kinderen bij mijn (gebruikende) ouder?

Als begeleider of hulpverlener is het goed om ook hier oog voor te hebben en de situatie te (h)erkennen. Er zijn geen pasklare antwoorden. Hoe een volwassen KOAP omgaat met zijn (gebruikende) ouder, hangt sterk af van de leefsituatie (inwonend of niet), het gebruik (actief gebruik, regelmatig herval, gestopt, …) en de persoonlijkheid van de persoon. Ook de gezinsgeschiedenis (wanneer is de ouder beginnen te gebruiken) en relatie tussen de gezinsleden onderling hebben een impact.

Belangrijk is om de manier waarop iemand omgaat met zijn ouders niet te veroordelen. Vraag naar waar de persoon mee zit. Het geven van info, een luisterend oor en een goede doorverwijzing op maat van wat de volwassen KOAP nodig heeft, betekent al veel.

Meer info
Gilles Geeraerts
Vorming & Hulpverlening
02 422 03 73