“Mannen die aan chemsex doen vinden hun weg niet in de hulpverlening.”

Chemsex wordt doorgaans gedefinieerd als het nemen van een combinatie van chemische drugs om een intensere seksuele ervaring te beleven, voornamelijk onder homo- of biseksuele mannen. Engelstalige media hebben al langer aandacht voor het fenomeen, maar bij de gemiddelde Belg doet de term chemsex waarschijnlijk geen belletje rinkelen. Nochtans blijkt de trend ook bij ons in opmars en dat leidt soms tot problemen.

‘Onderzoek doen rond chemsex, is niet evident, want er is nog geen consensus over de definitie van chemsex’, vertelt Mark Sergeant, die op de NIGHTS-conferentie een sessie over het onderwerp modereerde. ‘Men is het er wel grotendeels over eens dat het gaat om een combinatie van een aantal specifieke producten: GHB, crystal meth, mephedrone en vaak ook ketamine. Die drugs worden gebruikt in een seksuele context. Gebruikers hebben seks met meerdere partners in sessies die vaak enkele dagen duren.’

Waarom wordt de term chemsex enkel gebruikt voor mannen die seks hebben met mannen? Er zullen toch wel hetero’s zijn die gelijkaardige dingen doen.

Mark: De term chemsex komt uit de gay scene zelf. Swingers bijvoorbeeld gebruiken weleens dezelfde drugs, maar het is minder georganiseerd. Er is geen hele subcultuur rond opgebouwd met een specifieke terminologie die maakt dat mensen elkaar vinden. Chemsex wordt ook wel appseks genoemd, want het wordt georganiseerd via het netwerk in online datingapps.

Daniel: ChillApp bijvoorbeeld gaat enkel over seksfeestjes. Ook de seksgerichte datingapp Grinder maakt het organiseren van chemsexfeestjes makkelijk omdat je er een groepschat op kan starten. Je kan in zulke apps ook op je profiel aangeven dat je chemfriendly bent en dus openstaat voor chemsex. Dat het fenomeen zich bij de homogemeenschap voordoet, ligt ook aan de aard van de doelgroep. Achter het druggebruik en het bandeloos seks hebben, schuilen problematieken van eenzaamheid en isolatie.

Mark: Homomannen hebben vaker te kampen hebben met een combinatie van psychosociale problemen, middelengebruik en infectieziekten die elkaar onderling versterken. Men spreekt dan van een syndemie, verschillende epidemieën tegelijk die elkaar ook beïnvloeden: HIV, soa’s, middelengebruik en mentale gezondheidsproblemen zoals vereenzaming, kwetsuren veroorzaakt door homofobie, discriminatie, jeugdtrauma’s en dergelijke.

Maar ook schaamte, mag niet onderschat worden als factor om aan chemsex te doen: homomannen zijn opgegroeid in een klimaat waar heteroseksualiteit de norm is. Zelfs in de meest tolerante omgeving, krijg je toch de boodschap mee dat homoseks moeilijker ligt en bestaan er taboes rond bijvoorbeeld anale seks. Dat soort remmingen neem je mee. De sterke kant van drugs als meth en GHB is dat ze ontremmend werken. Die remmingen achter zich kunnen laten, is vaak een enorme opluchting.

Nemen de mensen die aan chemsex doen zelf voorzorgen om veilig met drugs om te gaan?

Daniel: Op veel chemsexfeestjes wordt wel door de organisatoren zelf toegezien op de veiligheid. Dat verloopt heel gestructureerd. Ze noteren wie om hoe laat welk middel heeft genomen. Er wordt gebruikt in shiften. Als er net een shift is geweest als je toekomt, kan het zijn dat je moeten wachten zodat het controleerbaar blijft. Ze houden in het oog vanaf hoe laat iedereen opnieuw iets mag innemen om een overdosis te vermijden.

Mark: Tegelijkertijd heb je natuurlijk ook veel privéfeestjes met minder controle. Een vriend uit Lyon vertelde me dat daar maandelijks twee doden vallen op chemsexfeestjes. Ook in het Verenigd Koninkrijk zouden jaarlijks tientallen dodelijke ongelukken gebeuren binnen het homomilieu. Vooral GHB is daar de boosdoener in.

Daniel: Dat komt omdat GHB erg moeilijk in te schatten is qua dosering. Je hebt er maar weinig van nodig om een effect te voelen. Een klein beetje te veel kan al bewusteloosheid veroorzaken.

Eenzaamheid en jeugdtrauma’s lijken erg negatieve beweegredenen om aan chemsex te doen. Leidt chemsex altijd tot problemen?

Daniel: Het is net als met gewoon druggebruik. De meerderheid van de mensen die aan chemsex doen, komen er niet mee in de problemen, een minderheid wel.

Mark: Soms zie je mannen voor wie het al jarenlang probleemloos verloopt en dan ineens niet meer. Plots zijn ze afhankelijk geworden. Vaak komt dat doordat iemands situatie verandert. Zo hoorde ik bijvoorbeeld van iemand die als zelfstandige begonnen was, maar daar niet meteen zijn weg in vond. Hij vluchtte weg door heel veel te beginnen gebruiken. Iemand anders viel in een gat omdat zijn relatie gedaan was. Hij kwam via chemsex aan zijn trekken, maar werd daar zo in meegesleept dat het plots van vrijdag tot maandag duurde.

Daniel: In sommige gevallen komen er dan ook niet alleen problemen van afhankelijkheid bij kijken, maar wordt het op verschillende domeinen problematisch: werk, sociale contacten, familieleven, financiën, fysieke en mentale gezondheid, …

Mark: Zo kwam er recent een jongeman bij ons terecht die met chemsex zware jaren heeft beleefd in Gent en Brussel. Hij wil nu een film maken over het fenomeen. Zelf kwam hij voor het eerst met chemsex in contact toen hij filmschool deed in Gent. Daar kwam hij in een heel vrij milieu terecht met homofeestjes en dates, waar steeds meer drugs aan te pas kwamen. Zijn werelden begonnen zich te scheiden: enerzijds had hij zijn vrienden die van niets wisten en anderzijds waren er de vrienden met wie hij seks had en drugs nam.

Toen hij voor zijn studie naar Brussel verhuisde, hadden beide werelden niets meer met elkaar te maken. Hij had zijn leven in Gent en zijn leven in Brussel. In Brussel had hij plots toegang tot alle feestjes, tot drugs, … Alles werd voor hem betaald. Tegelijk voelde hij zich heel eenzaam in Brussel. Voor hem was het grote probleem dat hij het niet meer houdbaar vond een dubbelleven te leiden: op een seksfeestje zijn, intussen op Grinder kijken wie er nog bij kan, tegelijk komt er dan een appje binnen van zijn nietsvermoedende vrienden. Omdat hij niet meer om kon met die schizofrene situatie, is hij volledig op eigen kracht gestopt.

Wat is de omvang van het probleem?

Daniel: Cijfers vinden over de homoscène en drugs is moeilijk. Gewoonlijk zijn het enkel cijfers rond HIV en druggebruik of wordt er wel gepeild naar druggebruik, maar dan zonder de link te leggen met seksualiteit.

Mark: We wachten wel nog op de cijfers van een grote Europese bevraging bij mannen die seks hebben met mannen. Uit de niet-gepubliceerde data lijkt het in België wel om een groot aantal mensen te gaan. Enkel Amsterdam scoort hoger dan Brussel en Antwerpen. In Antwerpen zei 16 procent dat ze in de voorbije vier weken aan chemsex gedaan hadden. Chemsex is een heel stedelijk fenomeen, echt iets van de centrumsteden. Iedereen woont dicht bij elkaar dus het is makkelijk zulke feestjes te organiseren.

Daniel: In die steden is ook veel internationale passage: mensen die er werken, toeristen, … Zo waaien trends uit het buitenland ook over van de ene stad naar de andere.

Komen er veel hulpvragen rond chemsex binnen?

Mark: Bij ons niet, maar één van de obstakels is dat de mensen die problemen hebben met chemsex, niet weten waar ze terechtkunnen voor hulp. Het is moeilijk omdat het niet enkel om drugsverslaving gaat, maar ook om seksverslaving. Je zit met een zeer specifieke cocktail van middelen in een zeer specifiek milieu. De reguliere netwerken van drughulpverlening hebben daar niet meteen een gepast antwoord op. Ze kennen de doelgroep en de problematiek niet.

Wat het ook bijzonder moeilijk maakt, is dat mannen die aan chemsex doen niet over drugs praten, maar over chems. Ze noemen zichzelf geen druggebruikers, maar chemsexers. Zo wordt de drempel dus ook een pak hoger om toe te geven dat ze problemen hebben met die producten of om zich tot de hulpverlening te wenden, want ze gebruiken zogenaamd geen drugs.

Daniel: En ook hier speelt schaamte weer een rol. Het gaat altijd om een soort falen: je hebt een middel nodig om je gelukkig te voelen en om seks te hebben. En dan moet je ook nog eens gaan toegeven dat je het niet meer zelf onder controle hebt en hulp nodig hebt, wat ook weer een gevoel van schaamte oproept.

Gaan jullie daar met het project rond chemsex verandering in brengen?

Mark: Dat hopen we alleszins. VAD zal binnen de drughulp nagaan waar de mensen zitten die de nodige expertise hebben om die groep homomannen met problemen te helpen. De bedoeling is in kaart te brengen naar wie er doorverwezen kan worden bij de drughulpverlening, seksuologen, psychologen, … Een overzicht van wie daarbinnen kennis heeft van verslaving, maar ook van het homomilieu en hoe seks daar beleefd wordt zou een grote troef zijn.

Een tweede luik is dan nagaan wat de noden zijn bij de doelgroep. Wat hebben ze nodig om niet in de problemen te komen of om uit de problemen te geraken. Sensoa zal dat bevragen. Een mogelijke toegangspoort zijn de aidsreferentiecentra die zowel mannen opvolgen met HIV als mannen die prep willen gebruiken, een preventief HIV-medicijn. De artsen daar komen veel in contact met mannen die aan chemsex doen. Een andere mogelijke piste is de sekshoreca, bijvoorbeeld seksshops voor de fetisjscène.

Ebe Daems
Communicatie