Krijgt België een volwaardig alcoholplan?

Een doeltreffend plan werkt minstens op prijs, reclame en aanbod
Op 24 oktober zitten alle betrokken ministers samen in een interministeriële conferentie om een alcoholplan goed te keuren. Het is niet de eerste keer dat dergelijk initiatief wordt genomen. In 2013 strandde een plan in de laatste besprekingsronde. Alle betekenisvolle maatregelen waren er stap per stap uitgeschreven en wat restte was onverdedigbaar als beleidsplan. Liever geen plan dan een lege doos. 24 oktober 2016 is de herkansing. Het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) zet daarom op een rijtje wat de verslavingssector van het alcoholplan verwacht.

Onderzoek toont aan dat er zeker drie maatregelen nodig zijn om van een doeltreffend plan te kunnen spreken: prijsverhoging, verbod of beperking van reclame, en beperking van het aanbod. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie bevestigt het belang van deze maatregelen, en spreekt van ‘the 3 best buys’. Daarnaast moet er extra ingezet worden op preventie, om zo het maatschappelijk draagvlak voor deze maatregelen te vergroten. Ten slotte is een toegankelijk hulpverleningsaanbod nodig voor mensen met een alcoholprobleem. De verslavingssector wacht tegelijk bang en hoopvol af. Komt het plan er, of komt het er niet?

Best buy 1: Prijs

Bij een vorige begrotingsronde besliste de federale regering tot een verhoging van de taxatie op sterkedrank. Deze maatregel heeft de verkoop van sterkedrank zeker beïnvloed. Maar bier en wijn ontsprongen toen de dans en dat deed het effect teniet. Mensen schakelen immers moeiteloos over van sterkedrank naar goedkoper wijn en bier, zonder daarbij minder alcohol te gaan drinken. In het nieuwe plan verwachten we een proportionele verhoging van de taxatie op alle alcoholhoudende dranken. Niet een verhoging in kleine stapjes, maar een significante verhoging, voelbaar in de portemonnee.

Best buy 2: Reclame en marketing

We worden overspoeld door reclame voor alcohol. Ook al is er een zelfregulerende convenant van de alcoholproducenten, deze grijpt nauwelijks in op de inhoud van de reclame. En ze doet al zeker niets aan de alomtegenwoordigheid ervan. Er zijn nochtans voldoende voorbeelden uit het buitenland waar zowel de inhoud (geen mooie, jonge mensen in sportieve, aanlokkelijke situaties waarbij alcohol als onmisbaar wordt voorgesteld) als de hoeveelheid reclame per reclameblok beperkt wordt. Frankrijk is hier al jaren de voorloper, en daar blijken deze maatregelen wel degelijk een effect te hebben op de alcoholconsumptie. Jongeren zijn in deze het meest kwetsbaar, maar ook supporters en uitgaanders weten waarom.

Best buy 3: Beperking van het aanbod

Alcohol is overal en altijd aanwezig: voor, tijdens en na het eten, gezellig op een terras of voor de televisie en bij alles wat we vieren. De reclame draagt hiertoe bij. Langzaamaan groeit dagelijks gebruik van alcohol uit tot ‘normaal’ gebruik. Hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat alcohol een schadelijk, toxisch product is. De maatschappelijke schade in België werd onlangs nog berekend op 2,1 miljard euro aan directe en indirecte kosten, los van het grote aantal verloren gezonde levensjaren. Het probleem situeert zich daarbij niet alleen, of zelfs niet voornamelijk bij de jongeren: de grootste gebruikers en de meeste dagelijkse drinkers vinden we bij de volwassenen vanaf 45 jaar! Europa is bovendien het continent waar veruit het meest alcohol wordt gebruikt. Alcohol is vergroeid met onze cultuur, is overal en altijd beschikbaar.

Uitstellen van de beginleeftijd is een belangrijke factor om problemen als gevolg van alcoholgebruik te voorkomen, zowel acuut als op lange termijn. België is één van de laatste vier Europese landen waarin jongeren nog alcohol (bier en wijn) mogen drinken vanaf de leeftijd van 16 jaar. Alle andere landen hanteren de leeftijd van 18 jaar voor alle alcoholische producten. Maar ook de beschikbaarheid in tankstations (geen alcohol in het verkeer, toch?) en in de nachtwinkels (geen 24/7 beschikbaarheid) zijn maatregelen die in het buitenland hun effect hebben bewezen.

Flankerend gezondheidsbeleid

Het succes van een nationaal beleidsplan staat of valt met een stevig maatschappelijk draagvlak. Daarvoor is een preventiebeleid nodig dat dat draagvlak opbouwt en voldoende informatie geeft over de noodzaak van de genomen maatregelen. Concreet wil dat zeggen: een lokaal alcohol- en drugbeleid, ondersteund door landelijke campagnes en duidelijke wetgeving. Een effectief alcoholbeleid heeft ook oog voor vroeginterventie, zodat wie riskant of problematisch drinkt zo vroeg mogelijk wordt gescreend en gemotiveerd tot gedragsverandering. Dit vraagt een laagdrempelig en goed gespreid aanbod aan hulpverlening.

Geen doekje voor het bloeden

De verwachtingen van de verslavingssector zijn hoog gespannen. ‘Tijdens de hearings van de werkgroep kregen we uitgebreid de tijd om onze argumenten te formuleren en voorstellen op tafel te leggen’, zegt Marijs Geirnaert, directeur van VAD. ‘Samen met onze collega’s van Fédito Wallonne en Fédito Bruxelloise, maar ook met vertegenwoordigers van de Vlaamse Jeugdraad, de zelfhulporganisaties, lokale preventiewerkers, artsen en psychiaters werd gepleit voor een uitgebreid alcoholplan. Ook de alcoholproducenten en vertegenwoordigers van de horeca waren aanwezig. Zij verdedigen vanzelfsprekend hun economische belangen, maar steunen een beleid dat misbruik van alcohol tegengaat. Het vorige actieplan is gekelderd onder druk van de alcoholindustrie, totdat er enkel betekenisloze maatregelen overbleven. Afwachten wat dit nieuwe plan aan maatregelen binnenhaalt.’ Alle ogen zijn nu gericht op minister Maggie De Block. Zij krijgt, als voorzitter van de interministeriële conferentie, op 24 oktober de sleutels in handen om een krachtig beleid te installeren dat de gezondheid én de staatskas ten goede komt. De gezondheidssector is alvast vragende partij voor een volwaardig plan. Maar het moet duidelijk zijn: als het plan niet inzet op de drie belangrijkste maatregelen, wordt het beter afgeblazen. Liever geen plan dan een doekje voor het bloeden.

Marijs Geirnaert
Directeur VAD